Tekst: Selmer van Alten
Titel: Arinzooi
In de olympische uitgave van de ArinFo moet
ook de Arinzooi gaan over sportprestaties. Aan mij de taak mijn olympische
gevoelens, mijn successen en mijn medailles met jullie te delen. Hierbij heb ik
echter één klein probleem: ik kan het niet. Schrijven is niet het grootste
probleem. Ik heb gewoon geen aanleg voor sport.
Met zwemles keken
mijn ouders vertederd naar vingertjes en de twee neusgaten die nog net boven
het water uitstaken tijdens het watertrappelen. Met gym werd ik meestal als
laatste gekozen. Niet dat mijn klasgenootjes mij niet aardig vonden, maar als
je wilde winnen, kon je beter iemand anders in je team hebben.
Sporten met ballen zijn
aan mij ook niet besteed. Ik vermoed door een gebrek aan oog-hand coördinatie.
Knikkers moest ik bij blijven kopen, ik verloor altijd. Met voetbal was ik
keeper omdat het dan met een beetje geluk maar een paar keer per wedstrijd
opviel dat ik er helemaal niets van kon. Als mijn klasgenoten wilden lachen, speelden
ze mij vrij onder de basket en lieten me daar net zolang proberen totdat ik
scoorde. (Het verbaasde zelfs mij hoe lang dit kan duren.) Met softbal leek er
heel even een goede, verrevelder in me te zitten, maar dat duurde slechts
totdat iemand daadwerkelijk de bal het verre veld in sloeg.
Mijn judo carriere
was nog de meest langdurige. Ik heb zeker drie jaar op judo gezeten. Maar dat
lag niet aan mij. Toen ik na een paar lessen mijn moeder vertelde dat ik judo
echt verschrikkelijk vond, sprak zij de historische woorden: ”Je leert maar dat
niet alles in het leven leuk hoeft te zijn.” Pas toen ik naar de brugklas ging,
kwam ik onder judo uit door aan te geven dat ik alle tijd hard nodig had voor mijn
huiswerk.
Toch, als de ArinFo
olympisch gaat, kan ik niet achterblijven. Onlangs heb ik in een vlaag van
verstandsverbijstering een ligfiets gekocht. Je weet wel, zo’n rare fiets die
je vanuit de auto meestal over het hoofd ziet en waarvan de idioot die er op
zit je uren kan vervelen met verhalen over waarom een ligfiets zoveel beter is
dan een gewone fiets.Maar genoeg over mijn volgende column.
Nu ik het stadium
van omvallen bij stoplichten bijna voorbij ben, zet ik die ligfiets in voor
mijn eigen olympische uitdaging. Als ik tijdens de Olympische Spelen in
Nieuwegein werk, beloof ik dat ik daar heen fiets vanuit Rotterdam en ‘s avonds
fiets ik dan natuurlijk weer terug.
Bij deze bied ik vast mijn excuses aan, aan
mijn directe collega’s. Ik ben best bereid te douchen na een rit van 50
kilometer, maar helaas ontbreekt die mogelijkheid in Nieuwegein. Misschien
improviseer ik wel iets op dat gebied. Met een spons en een emmer kom je
tenslotte ook een heel eind. Dus, als jullie een consultant in zijn ondergoed
op de parkeerplaats zien staan, wees niet bang en zeg even: Goedemorgen Selmer!
Plan is om de komende weken mijn vorderingen bij te houden met betrekking tot de uitwerking van dit (ongetwijfeld slechte idee). Watch this space!